Bayens

62,00

Beschikbaarheid: Op voorraad

Artikelnummer: 9073187265 Categorie:

Karel Mechiels
Truusje Goedings
Antoon Erftemeijer

Hans Bayens (Hastière-Lavaux, 12 november 1924 – Amsterdam,  19 juli 2003) was een Nederlands beeldhouwer en kunstschilder.

Het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Anwerpen, waar Hans en ik ons in september 1946 aanboden voor het toelatings-examen, genoot terecht – dankzij baron Isidoor Opsomer – wereldfaam.

Het Examen duurde verschillende dagen. De eerste dag stond ik al vroeg in de trapzaal van het Instituut. Ik zie nog die forse, blonde man binnenkomen met onder de arm een grote map, die hij achteloos naast zich neer liet vallen om met gekruiste armen, zelfverzekerd, de gebeurtenissen af te wachten. Ik had voor het eerst Bayens ontmoet. We slaagden allebei voor het atelier van Opsomer, het moeilijkst toegankelijke. Eens toegelaten op het Instituut werd je lid van een grote familie. Er was een band met de professoren, met de bibliothecaris, met de surveillanten – die met de pet in de hand bogen voor de directeur -, met de modellen en met het huispersoneel.

Gelukkig bezat het Hoger Instituut een soepele structuur. In de voormiddag schilderden wij naar model op ons eigen atelier. In de namiddag konden wij – facultatief – gaan etsen in de vroegere middeleeuwse kapel van het gebouw, dat eertijds een klooster, later door Napoleon tot Academie werd gemaakt. Ook kon men dan de beeldhouwlessen volgen. Verder was er de dierenklas, waar een heuse koe of paard werd ondergebracht. Het beest werd door de suppoost uit de Zoo gehaald, over de Meir gezeuld naar de Academie, waar het dan enkele dagen ‘model stond’ in dit ongeluchte lokaal. Heel vaak trokken wij ook met schetsboek naar de havens of de boorden van de Schelde.

Antwerpen was een fascinerende stad. Niet alleen vanwege de sporen die Rubens en Plantijn er trokken, ook waarde er nog de geest rond van Henri de Braekeleer, Walter Vaes en Hippolyte Daye. Bayens woonde in het oude hart van de stad, op de Stadswaag, waar Elsschot zo vaak is voorbijgewandeld met zijn vriend Walter Vaes, op weg naar de kroeg. Het na-oorlogse Antwerpen was niet alleen de cultuur-stad, zoals wij die kennen.

Het was vooral de stad, waar de havens – toen nog in het centrum – vol in bedrijf waren, waar de Natie-karren over de kasseien ratelden en de zeemanskroegen langs de kaaien floreerden. Het was een bewogen, heerlijke tijd.

Hans was een onrustige geest. Van atelier Opsomer ging hij over naar het atelier Monumentaal met Julien van Vlasselaer als professor. Toen ik hem destijds naar de reden van die overstap vroeg, vertelde hij me dat hij de gemeenschap wilde dienen. Daartoe leken hem de toegepaste kunsten aangewezen. Hij heeft in die periode wandtapijten en wandschilderingen gemaakt.

Een nauwe band had hij met de graficus René de Coninck met wie hij vele uren doorbracht op het helaas teloorgegane Sint-Anneke. Ook volgde hij lesssen bij de beeldhouwer Henri Puvrez en bij de schilders Albert Saverijs en Albert van Dijck. Medestudenten waren onder andere Pol Mara, Vic Gentils, Nico Molenkamp, Georges Stes, Vera Neels en Louis Peeters. Hans heeft het drie jaar op het Instituut uitgehouden. Daarna trok hij met een studiebeurs naar Parijs.

Jaren terug, toen men op ons ministerie over niets anders dan structuur sprak, heb ik geschreven dat de beste studenten in het kunstonderwijs vaak hun studies niet afmaakten, maar dat zij naar elders vertrokken om zich daar verder te bekwamen. Ik heb toen niet direct aan Hans gedacht, echter hij is een sprekend voorbeeld van mijn bewering.

Na Parijs hoorde ik lange tijd niets meer van hem. Wel zag ik af en toe in Nederlandse tijdschriften een reproductie van zijn werk, en telkens trof die mij. Tot ik samen met mijn vrouw en vrienden een tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam bezocht. Tijdens de middag, op zoek naar een eetgelegenheid, werden we getroffen door een affiche met daarop een prachtig naakt in pastel: Hans Bayens stelde tentoon in Antwerpen. Die tentoonstelling werd voor ons een openbaring. Hier was nogeens een rasecht schilder te zien. De grote Nederlandse traditie van Rembrandt en Frans Hals over Breitner, de Haagse School en Kees Verwey trekt hij verder door. De verworvenheden van de grote modernen uit het begin van deze eeuw weet hij in zijn kunst te verwerken. Schilder zijn is in deze tijd geen geringe verdienste. Het is een zeldzaamheid. Hans Bayens is bovendien veelzijdig. Hij tekent levendig, maakt meesterlijke aquarellen en pastels, en is een prachtig schilder  met een stevige poot en een rijk kleurenpalet. Daarnaast is hij beeldhouwer die met klei schildert en toch beeldhouwer blijft. De natuur is zijn voedingsbodem. Hierin is hij actueel. In een tijd van veel gescheer en weinig wol is hij een uitzondering omdat hij zichzelf kan blijven.

Karel Mechiels, Oud leerling Hoger Instituut voor Schone Kunsten, Antwerpen.  Voormalig- en Eredirecteur Stedelijke Academie voor Schone Kunsten, Sint-Niklaas.
Tekst Nederlands
160 pagina’s
207 afbeeldingen
142 in kleur en 65 in zwart/wit
Formaat 300 x 300 mm
Prijs Euro 62,–

Gewicht1720 g

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Bayens” te beoordelen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Winkelwagen
Scroll naar boven