In dit boek wordt de bescherming van biodiversiteit in Nederland onderzocht en nader geanalyseerd. Er wordt uiteengezet wat het begrip biodiversiteit inhoudt. Daarbij wordt aandacht besteed aan de in Nederland aanwezige biodiversiteit en de recente aantastingen daarvan. Het beleid met zijn tekortkomingen komt ter sprake, evenals de mogelijkheden om een beter beleid te realiseren.
Van de belangrijkste Nederlandse dagbladen is nagegaan in welke mate deze van 1990 tot 2019 aandacht hebben besteed aan dit onderwerp. Daarbij is ook de inhoud van die artikelen nader geanalyseerd. Dit is ook gedaan met de ledenbladen van Natuurmonumenten. Hieruit blijkt dat Natuurmonumenten nauwelijks aandacht heeft besteed aan de bescherming van de biodiversiteit, terwijl hierover in de NRC, de Volkskrant en Trouw in de loop der tijd steeds meer en steeds indringender werd gepubliceerd. Onderzocht is in welke mate vanuit de economische wetenschap instrumenten kunnen worden aangedragen ter bescherming van de biodiversiteit. Daarnaast wordt nagegaan op welke manier de biodiversiteit in Nederland daadwerkelijk met wetgeving wordt beschermd?
In het tweede deel van het boek komt het concrete Nederlandse beleid aan de orde. Dit wordt vooral uitgewerkt aan de hand van het mestdossier. Het beleid van 1970 tot 2019 wordt nader geanalyseerd. Hierbij blijkt dat deze problematiek door Nederlandse politici stelselmatig is ontkend; er is sprake van ambtelijke tegenwerking van concreet onderzoek en het publiceren van statistieken door het CBS; fraude en de politieke acceptatie daarvan is een constante over de gehele periode. Kortom, er is in het Nederlandse beleid steeds en stelselmatig sprake van het niet nagaan van aangegane contractuele en wettelijke verplichtingen ten aanzien van de bescherming van biodiversiteit, terwijl daarentegen aan het belang van de landbouwsector steeds prioriteit is gegeven. De conclusie kan worden getrokken dat de achteruitgang van de biodiversiteit in Nederland het gevolg is van een bewust vormgegeven beleid, waarbij het belang van biodiversiteit niet werd meegewogen.
Tenslotte wordt de vraag gesteld of de conclusie kan worden getrokken dat de teloorgang van de biodiversiteit een onafwendbaar verschijnsel in Nederland is. Voor het antwoord op die vraag wordt het beleid ten aanzien van de waterverontreiniging vanaf 1850 tot heden nader geanalyseerd. Daarbij blijkt dat er op dit terrein aanzienlijke vooruitgang is geboekt. Vanuit die analyse wordt een beeld geschetst van de mogelijkheden om ook op andere terreinen resultaten te bereiken. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) met de recente uitspraak van de Raad van State worden hierbij in de beschouwing betrokken.
Hoofdstuk 1 Het begrip biodiversiteit
Hoofdstuk 2 Het Verdrag inzake Biologische Diversiteit
Hoofdstuk 3 Categorieën van Biologische Diversiteit in de Lage Landen
Hoofdstuk 4 De Nederlandse biodiversiteit onder druk
Hoofdstuk 5 Instituties, organisaties en het Nederlandse beleid ten aanzien van biodiversiteit
Hoofdstuk 6 Economische theorie en biodiversiteit
Hoofdstuk 7 De rol van dagbladen in de discussie over biodiversiteit
Hoofdstuk 8 De aard van de artikelen over biodiversiteit in Nederlandse dagbladen
Hoofdstuk 9 Wat is de invloed van het begrip biodiversiteit in Nederland en op de Nederlandse regelgeving
Hoofdstuk 10 Het Verdrag inzake de Biodiversiteit revisited, het mestbeleid
Hoofdstuk 11 Een daadwerkelijk en effectieve bescherming van biodiversiteit
Formaat : 240 x 320 MM
Uitvoering : genaaid gebonden, hardcover, full colour, rijk geïllustreerd, 312 pagina’s
Auteur : Jan van der Straaten, Willem van Kruijsbergen en Henk Sierdsema
Prijs: Euro 39,95
Corné –
https://www.nrc.nl/nieuws/2020/09/18/uiting-van-bezorgdheid-wekt-indruk-a4012644
Corné –
Natuurbescherming: noodzaak of vroom bedrog?
Het nieuws haalde zelfs landelijke kranten: in de half verdroogde modder van de Brabantse leembossen werd een diertje ontdekt dat in ons land uitgestorven leek: de kieuwpootkreeft. Een opsteker voor de pleitbezorgers van biodiversiteit, zou je denken. Want biodiversiteit is toch een moeilijk woord voor ‘soortenrijkdom’? Dus laat ons proosten op het feit dat we een soort rijker zijn dan we dachten.
Een paar maanden geleden verscheen een boek dat deze blijde boodschap grondig ter discussie stelt: Bescherming van Biodiversiteit, een weerbarstige uitdaging, geschreven door milieueconoom Jan van der Straaten, met medewerking van Willem van Kruijsbergen en Henk Sierdsema (Pictures Publishers). Door de coronacrisis kreeg de verschijning minder aandacht dan gepland. Het zou ten doop gehouden worden op een bijeenkomst georganiseerd door Brabants Landschap, eerst op 24 april, toen op 18 september a.s.. Het eerste exemplaar zou aangeboden worden aan Alex Brenninkmeijer, lid van de Europese Rekenkamer, hoogleraar Institutionele Aspecten van de Rechtsstaat en spraakmakende Nationale Ombudsman in de periode 2005-2014. Het ging en gaat allemaal niet door. Jammer, want het boek is niet alleen rijk geïllustreerd en informatief maar stemt ook tot nadenken. Het laat zien dat biodiversiteit veel meer is dan een moeilijk woord voor een zuiver feitelijke inventaris van soorten ‘levende natuur’. Het is een bij uitstek politiek begrip, waarmee de grondslagen van recht en staat aan de orde gesteld worden.
Hoezo? In de eerste plaats omdat ‘biologische diversiteit’ pas carrière ging maken toen het in een internationaal verdrag tussen 195 landen werd opgenomen (Rio de Janeiro, 1992). In de kwart eeuw die eraan voorafging, was het woord alleen bij een handjevol wetenschappers in zwang. Omdat de handtekeningen onder het verdrag in de meeste landen vervolgens parlementair zijn goedgekeurd, is het een juridische term geworden: een woord waarmee we rechten en plichten kunnen scheppen die in beginsel afdwingbaar zijn. Niet dat het Verdrag zelf sancties kent. Maar het bleek een basis voor regels en beslissingen die wel degelijk dwingend zijn. Daarom konden bijvoorbeeld (weer een kwart eeuw later) het Europees Hof en de Raad van State grenzen stellen aan het Nederlandse gesjoemel met stikstofuitstoot. Toen de trekkertanks van het Farmers’ Defence Force voor de poorten van de overheid verschenen, werd voorgoed duidelijk dat biodiversiteit niet gaat om soortenrijkdom, maar om wat ons in leven houdt: de ecosystemen waarin we zijn opgenomen en die in toenemende mate aangetast worden.
In de tweede plaats kun je met ‘biodiversiteit’ laten zien dat recht een politiek maaksel is, ook al is het niet tot politiek te reduceren. Want hoe gaat een democratische rechtsstaat als de Nederlandse om met wat ‘in beginsel’ recht is? Daarover handelt het meest indringende deel van het boek, en het is geen fraai beeld. Van der Straaten onderbouwt zorgvuldig hoe wij al meer dan een halve eeuw de economische belangen van landbouw, industrie en verkeer zwaarder laten wegen dan de zorg voor de ecosystemen waar landbouw, industrie en verkeer juist afhankelijk van zijn. Pas als die activiteiten vastlopen doordat ze geen winst maar verlies opleveren, grijpt de overheid in met regelgeving. Om vervolgens nog een kwart eeuw druk te zijn met compromissen rond en sabotage van de handhaving. Mestbeleid en mestfraude dienen als sprekend voorbeeld. Opvallend daarbij is de rol van de publieke opinie. Die komt uitgebreid aan de orde in twee hoofdstukken over aantal en aard van de artikelen over biodiversiteit die in de Nederlandse pers verschenen van 1988 tot 2018. Dat kranten als Het Parool en De Telegraaf het probleem nagenoeg negeren in vergelijking met de andere landelijke bladen is wellicht niet zo verwonderlijk; zij kiezen immers steeds voor lezers met winstbelangen op de korte termijn, wie of waar dan ook. Opmerkelijker is dat Natuurmonumenten (700.000 leden) het volledig laat afweten: men promoot daar steeds meer (apolitieke) natuurbeleving in plaats van (zeer politieke) natuurbescherming. Wie de bevindingen van Van der Straaten op dit punt niet vertrouwt, raadplege de website van Natuurmonumenten: ‘Natuur is goed voor mensen. Om te ontspannen. Om te spelen. Om gefascineerd en geïnspireerd te raken. Om onszelf gelukkig te voelen.’ Daarmee is men ver afgeraakt van wat het Rio-Verdrag onder natuur verstaat: niet een wereldwijde Efteling met kleurige attracties waar we naar believen in en uit mogen stappen, maar een fijnmazig netwerk van afhankelijkheden waarin wij als levende wezens zijn opgenomen zonder ze volledig te doorgronden.
De Franse denker Bruno Latour wees erop dat de zones waarin die afhankelijkheden ontstaan of teniet gaan, tot maar een paar kilometer boven en onder het aardoppervlak reiken. Dat zijn de zones die verdedigd moeten worden tegen aantasting. De radicale milieuactivisten in Frankrijk drukken hun inzet daarvoor kernachtig uit: ‘Wij verdedigen de natuur niet; wij zijn de natuur die zich verdedigt.’ Met die leus legt ‘biodiversiteit’ nog een derde weerbarstige kwestie bloot waarover we moeten nadenken in relatie tot recht en staat: moeten we niet af van de tweedeling tussen ‘de natuur’ en ‘de samenleving’, het rijk van de feiten en het rijk van de normen, het domein van de wetenschappers en het domein van de politici? Het zou het RIVM minder verdacht maken en de kieuwpootkreeft minder opwindend.
Bert van Roermund
rechtsfilosoof
Corné –
Biodiversiteitsverlies is niet onafwendbaar
Door het forse formaat (240 x 320 mm) en het
formidabele aantal foto-illustraties zal menigeen
bij een eerste aanblik van Bescherming van
Biodiversiteit denken aan een koffietafelboek.
Dat is deze uitgave niet. Of liever gezegd: niet
alleen. Het boek is een aanklacht hoezeer
Nederland tekortschoot in de nakoming van
aangegane verplichtingen inzake de bescherming
van zijn biodiversiteit, een begrip dat nog
geen dertig jaar bestaat. In mijn uit 1969 daterende
Van Dale ontbreekt het woord ‘biodiversiteit’
en Thomas Rap nam het in 1984 evenmin
op in zijn Woordenboek der Natuur. Het
woord is een samentrekking uit de naam van
het in 1992 in Rio de Janeiro aangegane convenant
‘Verdrag inzake Biologische Diversiteit’.
Met twee coauteurs onderzocht milieueconoom
Jan van der Straaten wat er van de in dat verdrag
vastgelegde afspraken terecht is gekomen. Het
oordeel is niet mals. In elf hoofdstukken over de
biodiversiteit in Nederland en hoezeer deze
onder druk staat, komt het auteursteam tot de
conclusie dat politici de problematiek stelselmatig
ontkenden en van verdragsverplichtingen
wegkeken. Uitgebreid lezen wij hoe volgens de
auteurs frauduleus wordt omgesprongen met de
bepalingen van de Meststoffenwet, waarbij de
studie ook aantoont dat de landbouwsector
voortdurend prioriteit kreeg. In tegenstelling tot
de landelijke pers, die steeds indringender signaleerde
hoezeer Den Haag haar biodiversiteitsverbintenis
liet versloffen, schonk naar oordeel
van de auteurs Natuurmonumenten weinig
aandacht aan de biodiversiteitsbescherming. De
boodschap die het boek uitdraagt, krijgt een
extra lading door het zorgvuldig geselecteerde
en doordacht gepresenteerde beeldmateriaal.
Mede hierdoor krijgt het publiek ingeprent wat
er op het spel staat, indien Nederland aangegane
verplichtingen blijft verzaken.
De studie ademt een sterke betrokkenheid met
de materie. Om na te gaan of vervlakking van
de biodiversiteit in onze natie een onafwendbaar
verschijnsel is, analyseerden de auteurs
hoe sinds ruwweg 1850 het beleid aangaande
waterverontreiniging uitpakte. Op dat terrein
werd aanzienlijke vooruitgang geboekt, waaruit
naar oordeel van de auteurs volgt dat ook op
ander gebied resultaten zijn te boeken.
Juist dit voorjaar werd bekend dat het wereldwijde
biodiversiteits-megaproject Arise van
start gaat. Natuurlijk hulde voor dit plan, dat
als doelstelling heeft binnen vijf tot tien jaar
een overzicht te geven van alle meercellige
flora en fauna in Nederland, waarbij ook een
infrastructuur ontwikkeld wordt om de gang
van zaken bij individuele soorten te identificeren
en te volgen. Arise wil erin voorzien dat
beleidsmakers, waterschappen, provincies en
andere betrokkenen gebruik kunnen maken van
betrouwbare informatie op het gebied van biodiversiteit.
Maar dan nog zal bij de beslissers
van de vele beleidsniveaus die raakvlakken
hebben met biodiversiteit de politieke bereidheid
aanwezig moeten zijn om het tij te keren.
Van der Straaten c.s. stellen in hun boek aan de
kaak dat het daaraan in hoge mate schort in dit
land. Is die bereidheid aanwezig, dan gaat op:
beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
Met Arise in de startblokken verscheen Bescherming
van Biodiversiteit op een prima tijdstip.
Gerard Ouweneel in De Levende Natuur