Gezag en macht in het hart van de Meierij

29,95

Categorie:

Texandria en het ontstaan van ‘s-Hertogenbosch, Vught, Sint-Michielsgestel en Oirschot. De eerste heren en hun heerlijkheden.

Dit boek doet verslag van een diepgaand onderzoek naar de middeleeuwse geschiedenis van ’s-Hertogenbosch, Vught, Sint-Michielsgestel en Oirschot. Er is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van oorspronkelijke bronnen in archieven. Veel van dat materiaal, met name de oude registers voor de grondbelasting, werd nog niet eerder zo grondig bestudeerd. Het resultaat is een onverwachte stroom nieuwe inzichten in de middeleeuwse geschiedenis van genoemde plaatsen.
In deel 1 wordt de aanwezigheid van de aartsbisschop van Keulen en de bisschoppen van Luik en van Utrecht tussen ongeveer 1050 en 1150 in de gouw Texandria beschreven. Zij behoorden tot de machtigste heren in dit gebied, dat grofweg te vergelijken is met de huidige provincie Noord-Brabant. De vraag wie van hen namens de Duitse keizer hier de scepter zwaaide houdt historici al lang bezig. In recente literatuur wordt de positie van de bisschop van Luik in Texandria nogal zwaar aangezet. De gedachte daarachter is dat dit gebied tot het bisdom Luik hoorde en dat de bisschop daarom hier wereldlijk gezag nastreefde, zoals hij elders in zijn bisdom deed. De ondersteuning vanuit de bronnen dat de bisschop ook daadwerkelijk succes had met dat streven is mager. Er zijn aanwijzingen dat niet Luik maar de bisschop van Utrecht openbaar gezag uitoefende in het gebied ten zuiden van Eindhoven.
Deel 2 gaat over de heren van Herlaar, die op kasteel Oud-Herlaar in Sint-Michielsgestel woonden. Dit deel is een aanvulling op het proefschrift over de Van Herlaars van Alois van Doornmalen dat in 2017
verscheen. Aan de hand van de namen van getuigen in oude charters wordt de stamboom van de Van Herlaars in de twaalfde eeuw gereconstrueerd. Omstreeks 1230 was een zekere Petronella vrouwe van Herlaar. Alois van Doornmalen veronderstelt dat zij een geboren Van Herlaar was en Godfried Croenen denkt dat zij een dochter was van de heer van Herenthout (in België) en dat zij trouwde met een Van Herlaar. Ons onderzoek ondersteunt de veronderstelling van Croenen.
Verder wordt in deel 2 aannemelijk gemaakt dat de heer van Herlaar in de tweede helft van de twaalfde eeuw op eigen kracht openbaar gezag in Sint-Michielsgestel ging uitoefenen, net zoals de bisschop van Luik deed in Hilvarenbeek, de heer van Vught in Vught en de hertog van Brabant in Oirschot. De basis van de aanspraken van deze heren op het openbaar gezag was steeds de combinatie van grondbezit ter plaatse met hun relatief grote macht ten opzichte van plaatselijke concurrenten, in een tijd dat de macht van de Duitse Keizer erg verzwakt was.
Deel 3 gaat over de heren van Vught. De genealogie van de heren van Vught wordt gereconstrueerd, waarbij de gangbare oudste afstamming als ondeugdelijk terzijde wordt geschoven. De betrouwbare reeks heren van Vught begint met een Willem die leefde tussen ongeveer 1130 en 1190. Zijn zoon Daniel I volgde hem op als heer van Vught. Mogelijk had hij nog twee zonen Jan en Wouter die volgens een oude overlevering kort na 1200 naar Waldfeucht (ongeveer halverwege Roermond en Sittard, niet ver over de Duits grens) verhuisd zouden zijn. In het boek wordt ook diep ingegaan op de historie van de twee kerken van Vught, de Lambertus- en de Petruskerk en op de haven van Vught.
In deel 4 worden inzichten toegevoegd aan de oudste geschiedenis van ’s-Hertogenbosch. Er is een discussie gaande over de vraag waar de alleroudste stadswallen en stadsmuren van ’s-Hertogenbosch lagen: om de huidige Markt, of om een wat ruimer gebied. De oudste stadsrechten uit omstreeks 1195 maken aannemelijk dat het laatste het geval is.
’s-Hertogenbosch betekent ‘het bos van de hertog’. Maar die aanduiding verschijnt pas enkele generaties na de stichting van de stad in de bronnen. Het bos was aanvankelijk helemaal niet van de hertog. De hertog brak vermoedelijk in op rechten van naburige heren, toen hij de nieuwe stad stichtte en uitbreidde. De heer van Herlaar had er het meest van te lijden. Die belandde in een ramkoers. In het nauw gedreven door de hertog van Brabant droeg hij zijn heerlijkheid Sint-Michielsgestel op aan de bisschop van Luik, om het als leengoed terug te ontvangen, uitgebreid met Hilvarenbeek. De bisschop van Luik was een vijand van de hertog van Brabant. De steun van Luik mocht niet baten. De heer van Herlaar werd door de hertog van Brabant gedwongen om ongeveer de helft van zijn territorium af te staan, welk gebied bij de nieuwe stad werd gevoegd. In ruil daarvoor erkende de hertog een afgeslankte heerlijkheid Sint-Michielsgestel en mocht de heer van Herlaar daar de openbare rechtspraak blijven uitoefenen. Dit was het begin van het einde voor de positie van de Van Herlaars in de Meierij.
Het laatste deel van het boek gaat over Oirschot. Vanaf het einde van de twaalfde eeuw oefende de hertog van Brabant alléén het overheidsgezag uit in Oirschot. Pas rond 1290 werd dat gezag gedeeld met het geslacht Van Oirschot. De belangrijkste reden was wellicht dat Deneken van Oirschot rond 1270 huwde met een volle nicht van de graaf van Kleef. Denekens nauwe band met dit invloedrijke geslacht
lijkt van doorslaggevende betekenis geweest te zijn voor de verkrijging van de halve heerlijkheid Oirschot en de helft van de rechten op de kerk aldaar.
In Oirschot was in de middeleeuwen een groep geestelijken aanwezig, het zogenoemde kapittel. De belangrijkste taak van deze geestelijken was de dagelijkse koorzang op de acht canonieke uren. Daarnaast hadden zij een taak in het onderwijs. Het is nog steeds een raadsel wie het kapittel stichtte en wanneer. Ons onderzoek leverde aanwijzingen op dat Dirk I of Dirk II van Herlaar hier tussen 1100 en 1150 achter zaten. Verder worden in dit boek de bezitsverhoudingen op Spoordonk (onder Oirschot) gereconstrueerd. De conclusie is dat de heer Van Oirschot hier pas in de dertiende eeuw een huis bouwde en een landgoed uitbouwde.
In deze samenvatting hebben we ons laten verleiden om nieuwe inzichten en hypothesen als feiten te presenteren. Dat geeft de lezers die daar behoefte aan hebben wellicht enig houvast. Toch is het niet aan wetenschappers om waarheden te verkondigen. Het is veeleer hun taak om vraagtekens te zetten en verder dan ‘kennis en inzichten op dit moment’ kunnen zij niet gaan. Raadpleeg voor de nuances en onderbouwing daarom het boek. We zouden willen benadrukken dat de nieuwe visies steeds worden gegeven met enige bescheidenheid en dat we deze trachten te plaatsen in een langdurig proces van gestaag voortschrijdende inzichten. De gegevens over de middeleeuwen zijn nu eenmaal schaars en vaak blijkt later dat zaken toch weer net iets anders verliepen dan we dachten. Wel hopen we de werkelijkheid weer wat beter benaderd te hebben en anderen aan te moedigen tot verder onderzoek.

Uitvoering: hardcover, formaat 297 x 210 mm, 376 pagina’s, full colour.

Prijs : Euro 29,95

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Gezag en macht in het hart van de Meierij” te beoordelen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Winkelwagen
Scroll naar boven